Heb ik een vergunning nodig voor de bouw van een schuur, tuinhuis of carport?

Wilt u een schuur, tuinhuis, carport of ander bijgebouw (laten) bouwen in de gemeente Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel of Wageningen? Deze bouwactiviteiten vallen onder de categorie ‘bijbehorende bouwwerken’. U heeft mogelijk een vergunning nodig. En ook bij vergunningvrij bouwen moet u zich aan bepaalde regels houden. Op deze pagina vindt u hier meer informatie over.

Inhoud van de pagina

1. Wat is een bijbehorend bouwwerk?
2. Online vergunningcheck in het Omgevingsloket
3. Technische en ruimtelijke deel van de bouw
4. Vergunningvrij voor het technische deel
5. Vergunningvrij voor het ruimtelijke deel
6. Bepaal het achtererfgebied
7. Bereken hoeveel u mag bijbouwen
8. Ga na hoe hoog u mag bouwen
9. Check het gebruik van het bijbehorend bouwwerk
10. Lokale regels en uitzonderingen
11. Uitzonderingen door welstandsexcessen
12. Overleg met uw buren

1. Wat is een bijbehorend bouwwerk?

De term ‘bijbehorend bouwwerk’ is een verzamelnaam voor uitbreidingen van een hoofdgebouw en bouwwerken met een dak die bij het hoofdgebouw horen. Met het hoofdgebouw wordt voor bouwplannen bij u thuis uw woning bedoeld. Een schuur, tuinhuis, carport of ander bijgebouw zijn voorbeelden van een bijbehorend bouwwerk.

2. Online vergunningcheck in het Omgevingsloket

Direct weten of u een vergunning nodig heeft voor uw bijgebouw? Via de vergunningcheck in het Omgevingsloket kunt u dit direct controleren. Om de check volledig in te vullen heeft u wel enkele gegevens nodig. Door onderstaande stappen te volgen, verzamelt u de informatie die u hiervoor nodig heeft.

3. Technische en ruimtelijke deel van de bouw

U moet bij uw bouwplannen rekening houden met twee zaken: het technische deel en het ruimtelijke deel van de bouw. Beide kunnen vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn.

4. Vergunningvrij voor het technische deel

Voor het technische deel wordt gekeken naar de regels voor de technische bouwkwaliteit uit het Besluit bouwwerken leefomgeving. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de constructieve veiligheid van het bouwwerk.

Het bouwen van een bijbehorend bouwwerk is vergunningvrij voor het technische deel als deze:

  • op de grond staat.
  • niet hoger is dan 5 meter.
  • op de tweede bouwlaag niet is voorzien van een verblijfsgebied (meer informatie hieronder*).
  • niet voorzien is van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte.
  • als gevolg van de bouwactiviteit geen hoofdgebouw is.

*Met een verblijfsgebied wordt een gebied voor het verblijven van personen bedoeld. Denk hierbij aan ruimtes als een woonkamer, slaapkamer en keuken. Dit mag op de tweede bouwlaag niet vergunningvrij. Een bergzolder op een tweede bouwlaag is bijvoorbeeld wel toegestaan.

Als uw bouwplan niet aan alle bovenstaande voorwaarden voldoet, heeft u een vergunning nodig voor het technische deel. U kunt dit controleren door in het Omgevingsloket een vergunningcheck te doen. U kunt vervolgens in hetzelfde loket een vergunningaanvraag starten.

5. Vergunningvrij voor het ruimtelijke deel

Voor het ruimtelijke deel wordt gekeken of uw bouwwerk in het Omgevingsplan van uw gemeente past. Denk hierbij aan de bouwhoogte, de plaats en het uiterlijk van uw bouwwerk. Lees verder om te zien hoe u kan bepalen of het bouwen van uw bijgebouw vergunningvrij is.

6. Bepaal het achtererfgebied

Het vergunningvrij bouwen van een schuur, tuinhuis of ander bijgebouw is alleen mogelijk op uw achtererf. Voor bouwen op het voorerf is altijd een vergunning nodig. Bij hoekwoningen geldt dit ook voor het zijerf. Bij een tussenwoning is het achtererf eigenlijk altijd uw achtertuin. Woont u in een hoekhuis, dan is de gehele tuin (gerekend vanaf 1 meter achter de voorgevel) achtererfgebied. Onderstaande afbeeldingen laten dit duidelijker zien.

Voorbeeld 1

  • Bij een tussenwoning is de achtertuin het achtererfgebied.
  • Bij een hoekhuis waarvan de tuin niet aan openbaar toegankelijk gebied grenst, is de gehele tuin (gerekend vanaf 1 meter achter de voorkant) achtererfgebied.

Voorbeeld 2

Heeft u een hoekhuis en grenst de tuin aan openbaar toegankelijk gebied? Dan loopt het achtererfgebied vanuit de zijgevel van het huis evenwijdig daaraan.

Staat uw woonsituatie hier niet tussen? In dit document van de Rijksoverheid staan nog meer voorbeeldsituaties uitgetekend.

7. Bereken hoeveel u mag bijbouwen

U mag uw achtererf niet helemaal volbouwen. Om te bepalen hoeveel u mag bebouwen, moet u eerst uw bebouwingsgebied bereken. Dit doet u als volgt:

  • Noteer de oppervlakte van het volledige perceel.
  • Trek hier de grond onder de oorspronkelijke woning van af.
  • Trek vervolgens ook alle bijgebouwen hiervan af (zoals een aanbouw, tuinhuis, schuur, etc.).

Het resultaat van deze rekensom is het bebouwingsgebied. Met dit bebouwingsgebied kunt u berekenen hoeveel u mag bijbouwen. Gebruik hier onderstaande tabel voor.

BebouwingsgebiedU mag bouwenPlus
Kleiner of gelijk aan 100 m2De helft van het bebouwingsgebied
Groter dan 100 m2 en kleiner of gelijk aan 300 m250 m220% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 100 m2
Groter dan 300 m290 m210% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 300 m2, tot een maximum van 150 m2

Hieronder vindt u enkele rekenvoorbeelden voor het bepalen van het bebouwingsgebied. Nog meer rekenvoorbeelden vindt u in dit document.

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2

8. Ga na hoe hoog u mag bouwen

Hoe hoog u mag bouwen hangt af van hoe ver uw bouwwerk van uw woning staat. Hiervoor gelden de volgende regels:

Binnen een afstand van 4 meter van uw woning

Bouwt u binnen 4 meter van uw woning? Dan mag er niet hoger dan 30 centimeter boven de vloer van de eerste bouwlaag worden gebouwd. Bij woningen met maar één bouwlaag (zoals een bungalow) mag het bijgebouw niet hoger zijn dan de woning.

Op meer dan 4 meter afstand van uw woning

Komt uw bouwwerk 4 meter of verder van uw woning te staan? Dan mag u altijd 3 meter hoog bouwen. Wilt u hoger bouwen, dan gelden er specifieke regels voor het dak. Dit is om te voorkomen dat uw bijgebouw te veel zonlicht bij uw buren wegneemt.

De dakvoet (laagste punt van het schuine dak) mag hierbij niet hoger zijn dan 3 meter. De hellingshoek van de dakvlakken mag niet meer zijn dan 55°. De hoogte van de daknok (het hoogste punt van het schuine dak) mag in ieder geval maximaal 5 meter hoog zijn, en wordt verder in hoogte begrensd volgens de formule:

(afstand daknok tot de perceelsgrens [m] x 0,47) + 3 = max. daknokhoogte [m]

Rekenvoorbeeld

In dit voorbeeld is de afstand tussen de daknok en de perceelgrens 3 meter.

Dan wordt de formule (3 m x 0,47) + 3 = 4,41 m. Er mag dus maximaal 4,41 m hoog gebouwd worden. Er moet natuurlijk ook voldaan worden aan de andere bovenstaande voorwaarden.

9. Check het gebruik van het bijbehorend bouwwerk

Een bijgebouw binnen een afstand van 4 meter van uw woning moet in het gebruik gelijk of ondergeschikt zijn aan uw woning. Een bijgebouw dat 4 meter of verder van uw woning staat moet altijd ondergeschikt zijn aan uw woning.

Bij gewoon gebruik van uw tuinhuis of schuur is het gebruik ondergeschikt aan uw woning. De afstand tot uw woning maakt hiervoor dan niets uit.

10. Lokale regels

Gemeenten kunnen zelf beslissen de landelijke regels voor de bouw van een schuur, tuinhuis of ander bijgebouw aan te passen. Per gemeente of locatie kunnen de regels dus verschillen. Benieuwd naar de regels voor uw eigen huis? Via de vergunningcheck in het Omgevingsloket weet u zeker of uw gemeente andere regels voor uw locatie heeft opgesteld.

Daarnaast zijn er een aantal algemene regels die gelden:

  • vergunningvrij bouwen is niet is toegestaan op, aan of bij een bouwwerk dat illegaal is gebouwd of dat illegaal wordt gebruikt.
  • een bijbehorend bouwwerk mag alleen op de grond worden gebouwd. Kelders of souterrains mogen niet vergunningvrij worden gebouwd.
  • Er mag niet vergunningvrij bovenop bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, zoals een balkon of dakterras. Kruipruimten zijn wel toegestaan.
  • een bijbehorend bouwwerk moet op een afstand staan van meer dan 1 meter van openbaar gebied.
  • een bijbehorend bouwwerk is niet vergunningvrij bij een woonwagen, een tijdelijk hoofdgebouw of een recreatiewoning.

11. Uitzonderingen door welstandsexcessen

In de Omgevingswet leggen gemeenten ook vast waar het uiterlijk van bouwwerken aan moet voldoen. Als u vergunningvrij mag bouwen, hoeft uw bouwwerk hier in principe niet aan te voldoen. Wel geldt er een zogenaamde ‘excessenregeling’. Als het uiterlijk van uw bijgebouw ernstig afwijkt van deze eisen kan de gemeente optreden.

12. Overleg met uw buren

Of u nu wel of geen vergunning nodig heeft, het is altijd verstandig om met uw buren te overleggen. Licht ze in over uw plannen en blijf in goed gesprek met elkaar. Mocht er een vergunning nodig zijn voor uw schuur, tuinhuis of carport, dan moet u ook aangeven of u uw omgeving hierbij heeft betrokken.